17 september   de Informele Leider  (5)

Hans Hillen past deze zelfde tegen-strategie al jaren met succes toe. Hij blaast zijn ‘unverfrohren’ standpunten hoog van de toren en zoekt brutaal de confrontatie. De partij gaat er voor opzij. Zowel voor als achter de schermen. Politiek leider of niet, als Hillen niet gestopt wordt gaat hij door en pakt hen volledig in. Hoe zich dat met Jaap de Hoop Scheffer voltrok beschreef Marnix van Rij in ‘Duizend dagen in de landspolitiek’. Als partijvoorzitter krijgt Van Rij in alle contacten met de politiek leider feitelijk met Hillen van doen. Vertrouwelijke gesprekken tussen hen beiden deelt De Hoop Scheffer met Hillen, die vervolgens daarmee zijn eigen gang gaat. Ook schroomt Hillen niet Van Rij “sterk een vriendje aan (te bevelen) als toekomstige minister van Volksgezondheid (deze is thans lid van de Raad van Bestuur van een beursgenoteerde onderneming.)” (pag. 146)
Nadat zowel Van Rij als De Hoop Scheffer het veld ruimen, gaat Hans Hillen voorop in de strijd voor een nieuwe politiek leider uit zijn invloedssfeer. In de uitzending die het programma ‘Andere tijden’ over deze crisis samenstelde, is hij daar heel open over: “Het was de tijd van de opkomst van de blackberry. Daardoor wist het kamp Balkenende voortdurend snel te reageren.”

16 september   de Informele Leider  (4)

Het binnen het CDA beleden harmoniemodel is ook – aan de buitenkant – terug te zien in de omgangsvormen. Verschillen van inzicht houdt men er bij voorkeur uit het zicht en beperkt tot het telefooncircuit. Met het type ‘rouwdouwers’ weet men niet goed raad. Het loont echter om regelmatig contrair gedrag aan de dag te leggen. De partijafdeling Limburg legt het al sinds jaar en dag geen windeieren. Sinds de oprichting van het CDA dreigt men er met regelmaat met ‘afsplitsing’. Doorgaans in analogie met de Beierse CSU ten opzichte van de federale CDU. Deze 'dreiging' kan de partij indammen mits wordt ingestemd met de Limburgse claim op eigen vertegenwoordigers. Niet alleen op verkiesbare plaatsen, maar ook als bewindslieden. Toonbeeld van het succes van deze strategie is Ria Oomen. Hoewel de partij een maximum van drie termijnen hanteert, is deze dame inmiddels sinds mensenheugenis namens het CDA lid van het Europese parlement.
Deze tactiek wordt mede geschraagd door de (achterhaalde) gedachte dat Limburg veel CDA-kiezers kent. Een afdeling Overijssel, waar veel meer kiezers loyaal zijn aan het CDA, gedraagt zich wat dat betreft te netjes, want krijgt beduidend minder gedaan.
De geschetste verhouding verklaart mede het lonken naar Wilders. Nu veel Limburgse kiezers zich achter hun streekgenoot scharen, ziet de huidige CDA-top aanleiding om hen (terug) te winnen, door tegen Geert aan te schurken. Hem als het ware de wind uit de zeilen te nemen. Een directe uiting hiervan is de benoeming van de Limburgse gouverneur tot voorzitter van de partijcommissie die de verkiezingsnederlaag moet onderzoeken.

15 september   de Informele Leider  (3)

Het aardige van Hillen is dat hij even goed met open vizier zijn denkbeelden bepleit. Zo las ik op de camping de gastcolumn van zijn hand in de Telegraaf, zaterdags na de start van de gesprekken met Wilders. Reeds op dat moment betoogt Hillen onomwonden dat de tweedeling in de vaderlandse politiek zich thans voltrekt. Door hem omschreven als de nieuwe tijd.
Al heel lang is het zijn agenda om het CDA uit het midden weg te drijven naar een rechts blok. De Angelsaksische parlementaire traditie waarin hoofdzakelijk twee partijen tegenover elkaar staan, is zijn inspiratiebron. Dat bleek bijvoorbeeld eind jaren ’90 toen hij zich binnen de CDA-2e-kamerfractie opwierp als ‘chief whip’. Een type bulldog die binnen de parlementaire fracties van Conservatives en Labour toeziet op de eenheid in denken.
Het is dan ook meer een kwestie van Orwelliaanse newspeak, dat het kabinet-in-wording van Maxime Verhagen opeens geen ‘Rechts kabinet’ meer mag heten. In een CDA-Nieuwsbrief viel eerder deze week te lezen dat deelname van het CDA dit kabinet tot een centrum-rechtse coalitie maakt. Een gelegenheidsargument (de lidmaatschapsopzeggingen schijnen bij honderden binnen te komen), gelet op Hillens’ gastcolumn in de Telegraaf van 31 augustus jl.

14 september  de Informele Leider  (2)

En niet alleen aan het tempo, zelfs aan de stijl van rijden. Hillen verwacht van de majesteit dat zij zich, zoals hijzelf, aanpast aan Geert Wilders, die als spookrijder het gangbare formatie-kachtenveld doorkruist: Majesteit is aan het consulteren? Wilders deelt gewoon aan de media mee dat hij terugkomt op zijn eerdere stellingname.
Hillen werpt zich op als ´Wildersfluisteraar´ bij uitstek. Meest recente voorbeeld was de duiding die hij gaf aan de 9.11-speech. ("Een investering in vertrouwen." "Een uitgestoken hand.")
Hillen acteert in de partijkrochten, waar veel voor de buitenwereld afgeschermd blijft. Citaat uit het vandaag verschenen boek ‘Gepland toeval’ over de entree van JPBalkenende in 2001: ‘Het was tot op de centimeter nauwkeurig uitgerekend. Het was vanuit democratisch oogpunt allemaal weinig fraai, maar vanuit machiavellistisch standpunt smullen.’

13  september  de informele Leider (1)

Als we nou van iemand mogen stellen dat ´ie ‘vol op het orgel gaat’, dan is het wel CDA-senator Hans Hillen. Sinds sprake is van een mogelijke gedoogcoalitie met Geert Wilders, tamboereert de man zijn massieve steun aan dit idee in het rond. Hoewel van gelijk soortelijk gewicht als een Alfons Dölle of Rob van de Beeten, horen we van die andere 1e-kamerleden niets. De laatste heeft kortgeleden een ei gelegd met de staatsrechtelijk volkomen juiste opmerking dat een ledencongres niet over regeringsdeelname behoort te beslissen. Sindsdien staart ook hij als een konijn in de koplampen van het voorbijrazende Hillen-smaldeel, op weg vanuit het midden naar Definitief Rechts.
Zelfs het staatshoofd dient zich in de ogen van de ogenschijnlijk onaantastbare Hillen naar het tempo te voegen….

 

Terug naar de homepage