DE LEUGEN
REGEERT
Opmerkelijk bericht in het Nederlands Dagblad jl. zaterdag: minister Zalm
meldt op zijn weblog grote ontevredenheid over de nieuwsberichtgeving
door de Nederlandse pers. Citaat:
“Een voortreffelijk draaiende instelling komt
nooit in het nieuws. Goed nieuws is geen nieuws. Alleen als er iets mis
gaat staan TV, Radio en schrijvende pers paraat. En dat wekt weer breed
de indruk dat in de publieke sector slechte prestaties worden geleverd
door gedemotiveerde medewerkers onder leiding van een kabinet dat kaalslag
als doel heeft. Het viel me op dat de zeer kritische Financiën mensen
zo enthousiast waren over het verschil tussen werkelijkheid en beeldvorming.”
(..) “Over de pers die steeds weer op zoek
is naar conflict en ruzie spraken we maandag ook tijdens onze informele
kabinetsbijeenkomst. De concurrentie tussen de media en de “vermeende”
behoefte van afnemers voor spanning en sensatie maakt dit tot een moeilijk
te keren iets. Nog beter op je woorden letten, liever niets zeggen is
een methode maar het leidt ook tot krampachtigheid en verlies aan spontaniteit.
En als we het zouden kunnen opbrengen zullen we worden afgeschilderd als
zwijgzame politiek correcte regenten. Deze kritische noot bij de rol van
de media zal me ook wel weer niet in dank worden afgenomen.”
Deze mening is vooral opmerkelijk omdat hij concreet wordt verwoord: dat
neemt de pers politici doorgaans namelijk niet in dank af. De inhoud van
Zalm´s woorden is allesbehalve opmerkelijk: ik schat dat het percentage
bestuurders dat deze mening deelt, de 100% erg dicht nadert!
Neem nou Delfzijl. Sinds mijn herintrede in het lokaal bestuur als wethouder
van deze gemeente, valt mij de relatieve verharding op waarmee de pers
te werk gaat. Feiten melden is één, het effect van de berichtgeving
lijkt van minstens even groot gewicht. Ik heb er onlangs ook een kritische
noot over gekraakt. (zie mijn dagboek Delfzijl van 15 januari)
Een onderdeel van Zalm´s woorden intrigeert in het bijzonder, namelijk
waar hij meldt dat zijn medewerkers zo enthousiast zijn over het verschil
tussen werkelijkheid en beeldvorming. Als ik inwoners van Delfzijl vraag
naar de reden waarom ze er wonen, hoor ik uiteenlopende loftuitingen.
Geconfronteerd met de daarmee strijdige, negatieve berichtgeving over
hun gemeente, reageren ze doorgaans hetzelfde: Jaaa,
de pers. Maar die moet je niet geloven!? Veelal wordt deze hartenkreet
ondersteund met een breed armgebaar of grimas, die de vanzelfsprekendheid
van de reactie moet ondersteunen.
Blijkbaar plaatsen mensen hun krant of lokale rtv-zender op één
lijn met roddelbladen…
Wat zou ik graag zien dat medewerkers van de gemeente Delfzijl, maar ook
inwoners en vertegenwoordigers van bedrijven en instellingen deze tegengestelde
mening zichtbaar en hoorbaar manifesteren: in personeelsbladen, advertenties
of wijkkranten kan die ruimte benut worden. Biedt tegenwicht met ingezonden
brieven of artikelen waarom Delfzijl de moeite waard is. Er is namelijk
geen enkele reden om weg te moffelen dat je in Delfzijl woont of werkt:
Alleen als er iets mis gaat staan TV, Radio en schrijvende
pers paraat. En dat wordt bovendien grof uitvergroot.
Zoals Zalm vreest, heb ook ik ervaren dat mijn commentaar me niet in dank
werd afgenomen. Radio Noord was wel zo sportief me de gelegenheid te bieden
in een live-uitzending (kunnen ze niet in je woorden ‘knippen’..)
erover in debat te gaan. Helaas kon ik met geen mogelijkheid op dat moment.
Ik heb beloofd dat ik nog wel
eens aanleiding wilde geven…..
31 januari 2005
|