Beleidsonderzoek

Het hieronder omschreven onderzoek kreeg in 2012 een vervolg binnen een specifiek stadsdeel in Groningen. Daarin werd ook de positie van het gemeentebesuur betrokken. In het bijzonder hun voornemen wijksgewijs werken door te voeren met inzet van 'sociale teams'. Dit rapport kreeg als titel een veelzeggend citaat van één der betrokken huisartsen: "Als het maar niet weer een nieuwe instelling wordt."

Via een landelijk ondersteuningsfonds (het AOF) kunnen huisartspraktijken in stedelijke wijken met een zwakke sociaal-economische status aanvullende ondersteuning ontvangen. Begin 2009 bracht ik in opdracht van de AOF-commissie Groningen een rapport uit over de relatie tussen dergelijke huisartspraktijken en hulpverleningsinstellingen. Dit bracht scherp naar voren hoezeer beide disciplines onvoldoende communiceren in situaties waarin meervoudige problematiek in één gezin aan de orde is.

Sinds de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zijn intrede deed (2005) verrichte ik voor ondersteuningsorganisaties in de eerste lijn onderzoek naar de relatie tussen lokaal WMO-beleid en de eerstelijnsgezondheidszorg. (Twente; Utrecht; Groningen)

In 2001 werd in opdracht van zorgverzekeraar Geové, het provinciaal bestuur en de districtshuisartsenvereniging een studie verricht naar de continuïteit van de huisartsenzorg in de provincie Groningen. De vraagstelling was: hoeveel huisartsen praktiseren nog over 10 jaar bij ongewijzigd beleid; en wat kunnen we doen om de uitstroom positief bij te buigen. Mijn bijdrage bestond met name uit een onderzoek naar de huisartsenzorg als schakel in de zorgketen. Waarmee werd aangetoond dat oplossingen in die bredere context besloten liggen.
De onderzoeksresultaten waren aanleiding voor een succesvolle, samenhangende aanpak door zorgaanbieders, zorgvragers en overheid op provinciaal niveau.

In opdracht van de gemeente Stadskanaal deed ik met dr. Lucas Meijs onderzoek naar de wijze waarop het jeugdbeleid meer integraal en vraaggestuurd vorm zou kunnen krijgen. Dit ging gepaard met een interactieve aanpak waarbinnen de betrokken organisaties in brede zin in de gelegenheid werden gesteld in de beleidsontwikkeling te participeren. Parallel aan deze opdracht ontwikkelden wij een beleidsnotitie peuterspeelzaalwerk. (2001)

In het rapport Regie en resultaat (2000) formuleerden we aanbevelingen voor vraagsturing inzake welzijn, zorg en cultuur in de provincie Drenthe. Op basis van een analyse van het in de voorgaande bestuursperiode gevoerde beleid, gaven we aan hoe door middel van een meer effectief en flexibeler subsidiebeleid een sterkere regierol mogelijk was. Het betreft een coproductie met het CAb (centrum voor arbeid en beleid) van de Rijksuniversiteit Groningen.

 

Terug naar de homepage