KUIFJE IN AFRIKA (1)


Vandaag is het de sterfdag van Johan Fabricius. Vooral bekend geworden als schrijver van ‘De Scheepsjongens van Bontekoe’. Deze zomer las ik een beduimeld exemplaar van zijn boek ‘Hoe ik Indië terug vond’, een journalistiek verslag van zijn reis direct na de oorlog, naar zijn geboortegrond op Java. Als één van de eerste teruggekeerde Nederlanders beschrijft hij hoe Nederlandse vrouwen en kinderen de Jappenkampen verlaten. Nog onder het oog van de resterende Japanse troepen, die zich voegen naar het gezag van de prille geallieerde aanwezigheid. Zijn feitelijk relaas toont hoezeer opgeschoten jeugdige nationalisten plunderend rondgaan en de eigen bevolking terroriseren. (Rampokken) Hoe hij met een konvooi een afgelegen dorp bereikt waar de lokale christen-inwoners door hen werden uitgemoord.
De geboorte van de natie Indonesië en wat er uit is geworden, werd jarenlang bezien door de bril van eeuwen koloniale overheersing. Zoals alle in die periode zelfstandig geworden naties konden zij rekenen op de steun van de VS, (zelf voorheen een kolonie) en communistische staten. Zoals China…, met het knechten van Tibet één van de laatste kolonisatoren ter wereld.
Het applaus waarmee de bevrijder en sindsdien alleenheerser van Zimbabwe, Robert Mugabe onlangs door zijn regionale collega’s werd onthaald, moet volgens de eerste president van Zambia begrepen worden uit de koloniale oorlog die zijn collega tegen het blanke bewind van destijds Rhodesië heeft moeten voeren. “Jullie in het Western begrijpen dat niet.”
Ik poneer dat wij dat ook helemaal niet (moeten) willen begrijpen, nu het wordt benut als argument om ons te onthouden van kritiek op de hongersnood en terreur, waarmee de eigen bevolking die verworven vrijheid moet bekopen.
Het dekolonisatieproces is wel beschreven als een ‘wreed ontwaken’. Nagenoeg elk land in Afrika toont dat aan: stammenstrijd bepaalt de verhoudingen in het openbaar bestuur, ontwikkelingsmogelijkheden gaan in nepotisme en zelfverrijking ten onder. Aids wordt in Zuid Afrika van staatswege bestreden met een dieet van groente.
De recente viering van de 60-jarige onafhankelijkheid van Pakistan en India roept meer een mengeling van benutte kansen en structurele tekortkomingen op. Maar het totaalbeeld is toch vooral teleurstellend, gegeven de vele natuurlijke hulpbronnen waarover die landen beschikken.
Hoe lang nog wordt de geschiedenis van derde wereldlanden ‘gekolonialiseerd’ door de huidige machthebbers, in hun pogen het eigen falen te maskeren? En in het verlengde daarvan: hoe lang blijft een eenvoudig beroep op ‘racisme’ het argument voor allochtonen die er niet in slagen zich een positie te verwerven in westerse samenlevingen? Westers, dat wil zeggen waar elementaire mensenrechten als vrijheid van geweten, vrijheid van vereniging en drukpers worden gehandhaafd?
Bij de slavernijherdenking in Amsterdam valt te beluisteren dat vele Surinamers “nog altijd de pijn voelen van wat hun voorouders is aangedaan”.
Hoe lang nog laten deze mensen hun zelfbeeld bepalen door het verleden?

Vragen, opgeroepen door de rechtszaak van de Congoleze student Mbutu Mondondo Bienvenu tegen een eenzijdig beeld van ‘luie zwarten’, dat drie plaatjes oproepen in een in 1931 uitgegeven stripboek.

24 augustus 2007

Terug naar de homepage