ONT’HULTEN’
(1)
Prachtig bericht waarmee het Nederlands Dagblad gisteren opende. De scheidend
voorzitter van de Jonge Socialisten onthult dat de opgestapte partijvoorzitter
Van Hulten hem vorig jaar op geheime missie heeft gestuurd. Hij hoopte
op “hetzelfde succes als begin jaren negentig,
toen de jongeren van PvdA, VVD en D66 een gezamenlijk regeerakkoord presenteerden.
Dat was destijds de inleiding tot de dan toe voor de onmogelijk gehouden
coalities Paars 1 en 2.”
In de zomer van 2006 zou het telefonische verzoek zijn gedaan of de JS
niet eens met Rood (SP-jongeren) en Dwars (GroenLinks-jongeren) “kon
gaan kijken of een akkoord mogelijk was.”
Bij zo’n verzoek bekruipt elke politieke jongerenorganisatie het
ware suspense-gevoel! Als de moederpartij
je voor zoiets als go-between wil benutten, dan ‘groei’ je.…
Meestal is het immers andersom en wordt er vanuit de zandbak veelvuldig
omhoog geroepen en zelfs wel ‘es met modder gesmeten…. Maar
dat wordt doorgaans begripvol tegemoet getreden en doodgeknuffeld. Dat
lukt alleen al vaak doordat vanuit de moederpartij er op wordt gespeculeerd
dat de politici-in-de-dop voldoende neus voor politiek hebben, en tijdig
inzien waar ze moeten stoppen. Dat is in niet weinige gevallen het punt
waar ze dreigen hun eigen carrièrre-glazen in te gooien.
Ik weet er alles van. Van 1981 tot 1985 maakte ik deel uit van het landelijk
bestuur van het CDJA. De laatste 2 jaar als vice-voorzitter, en in die
hoedanigheid was ik tevens lid van het landelijk CDA-partijbestuur.
Dat maakte ons in die tijd vergelijkbare brugfiguren in de aanloop naar
het parlementaire besluit over de plaatsing van een nieuwe generatie middellange
afstandswapens: kruisraketten en Pershings-2. In 1981 en 1983 bracht het
Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) met Mient Jan Faber daartegen vele tienduizenden
op de been.
Het was de tijd van de ‘Hollanditis’.
In 1983 was het Fabers’ persoonlijke inzet, om de eisen voor de
demonstratie zodanig geformuleerd te krijgen dat het CDA zich er achter
wilde scharen. Daarmee stelde hij zich kwetsbaar op, want de mensen door
wie hij werd omringd, vonden het voldoende om van hun weerzin te getuigen.
Die wilden niet ‘aan politiek doen’. Het CDJA-bestuur vervulde
toen een brugfunctie. Wij organiseerden gesprekken tussen individuele
CDA’ers van naam, o.a. de directeur van het Wetenschappelijk Instituut,
en vertegenwoordigers van de vredesbeweging. Uiteindelijk demonstreerde
het CDJA mee. Om aan te geven dat veel CDA’ers er anders over dachten
dan de (meerderheid van de) partijleiding, voerde ik het woord tijdens
de demonstratie, in een bijeenkomst in de Nieuwe Kerk, met andere sprekers
waaronder Faber. Een voetnoot in het geheel, maar toch. We bleven daarna
de toenadering bevorderen. In zijn dagboek ‘Min x min = plus’,
maakt Faber er twee keer melding van. Op 16 februari 1984 spreken we met
de IKV-leiding: “Het onderscheid tussen een
doorsnee IKV-kern en deze vijf CDJA-leden valt me op; de laatstgenoemden
zijn allemaal politieke diertjes.” (pag. 120)
22 mei 1984: “Bert Westerink aan de telefoon.
‘We hebben vragen over jouw verhaal over de crisisvariant’.
‘Welke?’
‘We vonden dat je een rol ging spelen die eigenlijk de PvdA zou
moeten vervullen.’ (..)
Ik geef hem gelijk waar het de PvdA betreft, maar stel vast dat politieke
partijen in de onderhavige kwestie liever vanuit gesloten fronten opereren.
De vredesbeweging zou daar mijns inziens geen last van moeten hebben”
(pag. 216)
ONT‘HULTEN’
(2)
En plotsklaps duiken de Kruisraketten weer op in de media.
Wat opvalt is dat dat zo sereen plaats grijpt. Amper ingezonden brieven
(het internet biedt een ontladingsmogelijkheid
voor nijdig defensiepersoneel), laat staan uitingen van protest op straat.
Het enige publieke protest dat opklinkt komt van een noviet - VVD-kamerlid,
die amechtig roept dat “de kroonjuwelen van de krijgsmacht worden
verkwanseld….”, nu de nieuwe minister Van Middelkoop er van
ziet om ze aan te schaffen.
Het kan verkeren.
Cruise Missiles. Alleen de klank er van boezemde
al ontzag in. Begin jaren ’80 bracht het voornemen om ze in huis
te halen een half miljoen Nederlanders op de been. Natuurlijk, toen betrof
het een variant met nucleaire lading, maar het neutrale karakter waarmee
over de huidige variant wordt geschreven en gesproken markeert meer dan
dit technologische verschil. Het wel of niet aanschaffen van defensiematerieel
(eerder het JSF-vliegtuig) is tegenwoordig vooral een kwestie vanwege
het geld dat er mee gemoeid is. Zou de plaatsing van kernwapens nu nog
zo’n massief protest oproepen? Ik vraag me af of niet vooral de
mensen in de nabijheid van de vestigingslocatie op zouden komen draven.
Het gebruikelijke NIMBY-protest zeg maar. De SP zou nog wel met GL wedijveren
om leiding te mogen geven aan een protest met boven-regionaal karakter,
maar of het zou lukken om indruk te maken?
Voor politieke jongerenorganisaties zou zo’n protestoptie wel een
stevige impuls kunnen vormen. Alleen al de namen ‘DWARS’
(Groen Links) en ‘ROOD’
(SP) suggereren een grote actie-bereidheid. ‘Jonge
Socialisten’ klinkt eveneens meer strijdbaar dan PvdA-jongeren.
In mijn tijd vertegenwoordigd door o.a. Ad Melkert (gaf leiding aan het
Jaar van de Jongeren in 1984) en Margo Vliegenthart. (tot 1983 voorzitter
JS en 4 jaar later met Ad lid van de PvdA-kamerfractie…) De SGP-jongeren
(de grootste politieke jongerenorganisatie met ruim 12.000 leden) en het
CDJA stoppen wat dat aangaat meer adolescentie in hun naamgeving. Het
feit dat de huidige MP als blikvanger fungeert op de CDJA-site
zou begin jaren ’80 overigens ondenkbaar zijn….
‘PerspectieF’,
verbonden met de ChristenUnie houdt het wat neutraler. Van de Jongeren
Organisatie voor Vrijheid en Democratie hoorden wij altijd dat ze zich
zowel verwant voelden met de VVD als D66, maar sinds 2000 draaien zij
er niet meer omheen: de VVD is hun (moeder)partij. Een recent Telegraaf-bericht
lijkt ook bij hen op meer actiebereidheid
te duiden, nu het bedaagde parelkettinkjes-imago snel slijt…
‘Politieke diertjes’ noemde Mient-Jan Faber ons.
Jongens waren we vooral. Aardige jongens - en meisjes ook….. en
dat is van alle tijden.
29 mei 2007
ONT’HULTEN’
(3)
De onlangs afgetreden voorzitter van de Jonge Socialisten, noemde het
CDA de aartsvijand van de PvdA. Dat verwonderde
me op het eerste gezicht. De term aartsvijand suggereert dat beide stromingen
van den beginne tegenover elkaar hebben gestaan. Dat was begin 20e eeuw
het geval ten tijde van de ‘worgwetten’ van Abraham Kuyper.
Maar voor het overige waren het toch vooral liberale bazen die de arbeiders
knechtten?? RK-voormannen als Ariëns bijvoorbeeld gingen in Twente
voorop in de strijd voor gelijkberechtiging van de textielarbeiders.
In mijn CDJA- tijd lagen de verhoudingen ook scherp, maar dat vloeide
vooral voort uit het feit dat het CDA als ‘eeuwige’ regeringspartij
door het politieke leven ging. Het waren dan ook vooral (oud-) JS’ers
en dito JOVD’ers die in het chique Haagse hotel Des Indes de weg
bereidden voor de Paarse kabinetten. Gemakshalve vergaten zij dat de PvdA
met de onverzoenlijkheid in de jaren ’70, in niet geringe mate had
bijgedragen aan de vanzelfsprekende centrumrol van het CDA. Het overlijden
vorige week van Piet Reckman, was aanleiding voor het in herinnering roepen
van diens motie op de PvdA-partijraad, die in 1977 het 2e kabinet Den
Uyl blokkeerde. De ons deze week helaas ontvallen Bart Tromp, was op die
partijraad één van de 18 tegenstemmers….
Maar de 'haat' van de JS jegens het CDA was in de jaren ’80 in de
kern minder groot dan die jegens de VVD. Die partij was hun veel te rechts-rabiaat:
slaafs volger van de NAVO, voorstander van plaatsing van kruisraketten,
wilde uitkeringsgerechtigden korten. Ziehier de breekpunten die verhinderden
dat beide partijen een coalitie vormden. Die centrumrol kreeg het CDA
in feite dan ook meer opgedrongen dan het de verdienste was van die partij.
Enfin, nu aan de vanzelfsprekende regeermacht van het CDA een einde is
gekomen sinds het slechten van de Berlijnse muur en de virtuele maar even
ondoordringbare scheidslijn tussen PvdA en VVD, zou men verwachten dat
de Socialistische Jongelingen een meer neutrale afstand tot beide andere
hoofdstromen in de politiek zouden innemen. Dat dat aartsvijand
geen particuliere opvatting van de vorige JS-voorzitter was, blijkt echter
uit dit
bericht. Omdat PvdA-kamerlid Jeroen Dijssel-bloem, evenals velen wereldwijd,
een agressief computerspel wil verbieden, noemt de JS hem het ‘zevende
kamerlid van de Christen Unie’. Zij tonen zich zelfs bereid een
jaar lang de contributie te betalen als hij de overstap wil maken….
, zozeer zijn zij diens ‘gemoraliseer’ zat.
Als deze generatie Jonge Socialisten met dit type hyperindividualisme
de toekom-stige PvdA gaat bevolken, hebben zij geen aartsvijand van buiten
meer nodig. Op deze wijze de plechtankers van de PvdA losslaan, zal die
club – zonder mensen als Bart Tromp – dermate op drift doen
raken dat ze als opgegeven kan worden beschouwd.
23 juni 2007
|