HUMOR LIGT OP STRAAT
“De vaart in de Stripheldenbuurt in Almere-buiten
loopt langzaam leeg.”
Een gulle lach ontsnapte me toen ik door kreeg dat dit krantenbericht
van hedenochtend geen zetfout bevatte. Elke stad heeft een zeeheldenbuurt,
maar een newtown als Almere kan die historische
ballast achter zich laten. Die biedt ruimte aan striphelden. Ook een filmsterrenbuurt
kan er trouwens worden gevonden. Heel eigentijds.
In de buurt waar ik opgroeide liep ik door straten die de namen droegen
van gewezen Enschedese bestuurders: de wethouder Beversstraat en de wethouder
Elhorststraat kruisen er de burg. Jacobsstraat. Over geen van hen heb
ik ooit informatie nagetrokken, maar van jongsaf hebben ze het besef gebeiteld
dat burgemeester en wethouders gezaghebbende figuren waren. Straatnaamgeving
was immers voorbehouden aan mensen van naam en faam: Oranjes, staatslieden,
17e eeuwse schilders… En zeehelden dus.
Afgezien van het feit dat men sinds de 70’er jaren ook aan Boterbloem
10 of Bereklauw 7 woonachtig kan zijn, worden straatnamen uit het contemporaine
openbaar bestuur hooguit nog ontleend aan parlementaire figuren. De Joop
den Uylstraat bijvoorbeeld. In Groningen vindt men die echter naast de
Aldo Morostraat en het Salvador Allendeplein. Naast de erkenning van Europeanisering
en globalisering die daaruit spreekt, mankeert het simpelweg aan voldoende
serieuze opties uit eigen land. De behoefte daaraan droogt ook uit nu
de Nederlandse bevolking in toenemende mate populisten over zich afroept.
Feitelijk verdient het volk het om te wonen aan de Verdonkweg of de Lousewieslaan,
nu Balkenende iii zich laat gedogen door de LPF van Gerard van As en de
‘Groep-Van Oudenallen’. Dat kan echter degenen die wel bij
zinnen blijven en dit land nog niet willen ontvluchten niet worden aangedaan.
Uit oogpunt van evenwicht doen striphelden en schertsfiguren het geheel
meer recht.
Welkom dus, aan de Suske en Wiskeallee en het Pietje Paardelulpad.
8 juli 2006
|