OVERVLOED EN ONBEHAGEN
Mijn ouderlijk huis staat aan de Haaksbergerstraat, op zo’n 10 km
van die plaats. ‘Hoksebargen’ zoals wij het liefkozend noemden
verdwijnt dan ook nimmer ver buiten mijn bewustzijn. De afgelopen dagen
raakte het echter wereldberoemd in Nederland: 2 etmalen bleven talloze
huishoudens en bedrijven er verstoken van electriciteit, temidden van
abrupt ingetreden Siberische taferelen.
Als wethouder van Groningen heb ik – nog geen 15 jaar geleden –
meegewerkt aan de verkoop en privatisering van het stad-Groninger energiebedrijf,
dat daardoor opging in wat nu Essent heet. De PvdA was destijds initiërend;
het verzet-tot-de-laatste-snik kwam van toenmalig CDA-fractievoorzitter
A.H.M. Dölle, thans 1e kamerlid voor die partij.
Ik probeer mij de situatie voor te stellen, waarin de stroomuitval die
Haaksbergen op zwart draaide, (nog) onder verantwoordelijkheid van de
lokale overheid zou zijn voorgevallen. Het misbaar over ‘ambtelijk
falen’ zou luidkeels gepaard gaan met de roep om privatisering.
De extreme weersomstandigheden rechtvaardigen niet het tegenovergestelde:
roepen om een halt aan privatisering alszodanig. ‘Haaksbergen’
toont wel aan dat waar de markt leidend is, een verantwoordelijk portefeuillehouder
ontbreekt. Kiezersmacht, die verantwoordelijke bestuurders kan dwingen
om in de betreffende infrastructuur te investeren, ontbreekt.
Het marktdenken dat door CDA en PvdA (‘paars’!) aan een politieke
meerderheid is geholpen, biedt ‘stroomconsumenten’ andersoortige
machtsvorming: zij kunnen stemmen met hun voeten, door van stroomleverancier
te wisselen. Althans, naar die liberalisering moet het volgens de gelovigen
toe. “Onzin en fictie” noemde landbouwminister Veerman dit
gedachteconstruct, nu het binnenkort wordt losgelaten op de zorgverzekeringen.
De patient – in markttermen: zorgconsument – kan vanaf 1.1.2006
als vrij individu van zorgverzekeraar veranderen, als zijn huidige hem
niet bevalt.
Liberalisering en marktwerking gaan uit van mensen als individuen met
gelijke kansen. Toen de PvdA nog rondfladderde in een ideologisch verenpak,
schreef Ed van Thijn ‘es in het blad van de Wiardi Beckmanstichting
dat “de vrijheid van de snoek, van een andere categorie is dan de
vrijheid van het stekelbaarsje”. Deze zin komt bij me boven, in
combinatie met een recent bericht in het dagblad Tubantia. Onder de kop
“Agressieve energiecolporteurs schuimen Twente af”
verhaalt het bericht over mensen die worden verleid om hun handtekening
te zetten onder een offerte, die in werkelijkheid een leveringsovereenkomst
is voor electriciteit of gas. “De verkopers
zijn met name actief in sociaal zwakkere wijken. (..) Mensen kunnen weliswaar
wettelijk binnen acht dagen de koop ontbinden, maar de bevestiging komt
pas na acht dagen binnen.”
Ideologie mag dan ‘uit’ zijn, liberalisering en marktwerking
doordrijven in de huidige vorm, is in feite niets anders. Christen-democraten
houden doorgaans niet zo van die term. Diegenen onder hen die het niet
met minister Veerman eens zijn, noemen het dan maar een geloof.
30 november 2005
|