TEL AVIV – GRONINGEN v.v.

Vorige maand logeerden Ido en Shai bij ons. De culturele vereniging Groningen - Tel Aviv organiseert al meer dan 30 jaar een uitwisseling op very low budget-basis met gastgezinnen. Hun groep bestond uit Arabische en joodse Israëliërs van 15 jaar en stond onder leiding van hun eigen docenten. De deelnemers moeten zich kwalificeren door goede leerprestaties en dito gedrag. (Dat laatste kwam bij onze logees zeer wel uit de verf.) Tijdens een deels gezamenlijke voorbereiding, wordt eveneens beoogd om tot onderling begrip en een betere verstandhouding te komen. Welnu: daar komt niets van terecht.

Alle gastouders krijgen bij aankomst van de bus hun logees toegewezen, waarbij voorkeuren voor geslacht kunnen worden gehonoreerd; de etnische achtergrond blijft afwachten. Wij kregen beide joodse jongens mee. Een koppel met uit elke bevolkingsgroep één deelnemer is ondenkbaar… Reeds onderweg naar huis melden ze al dat er eigenlijk sprake is van ‘zij’ en ‘wij’.
Ik ben er op gaan letten. Hoe voorkomend onze gasten ook waren, bij een hereniging met de groep zag ik één van hen een groet van één van de Arabische docenten schielijk negeren. 15 jaar en geen enkele verwachting van ‘die ander’… Hoezeer het nog om kinderen gaat maakte een gesprekje bij de boekenkast ons duidelijk, toen we vroegen of onze exemplaren van Shalev, Oz of Potok hen bekend voor kwamen. Nou van die namen hadden ze wel eens gehoord, maar die boeken, nee. Verrast informeerden we naar wat ze dan wel lazen. “Harry Potter” antwoordde Shai argeloos.
Israëlische kinderen, maar wel van de wereld. Hun verhalen over de omzichtigheid waarmee ze thuis in de bus plaats nemen, (“Iemand die er Arabisch uitziet stel ik een vraag; als ik zijn accent niet vertrouw, stap ik niet in.”), of in Amsterdam automatisch wijken als ze een Arabisch uiterlijk in hun buurt zien opdoemen, veronderstelt een vroege volwassenheid-uit-noodzaak. Leven onder dagelijkse dreiging is geen kinderspel.

Ze waren er rotsvast van overtuigd dat onze pers niet in eerlijke berichtgeving voorziet over het Israelisch-Palestijnse conflict. Ik heb met kranten in de aanslag nog geprobeerd enig tegenwicht te bieden. Kort na hun vertrek melden krantenkoppen dat vooral Nederlanders Israël als “de grootste bedreiging van de wereldvrede zien”. Aanleiding was een telefonische enquête vanwege de Europese Commissie onder 7500 EU-burgers, met daarin de vraag: ‘Geeft u van de volgende 15 landen aan welk land wel of geen gevaar vormt voor de wereldvrede’. Palestina is geen staat en stond dus niet in de lijst. 59% van de Europeanen en 74% van de Nederlanders noemden Israël. Een hoger percentage dan uitging naar Noord Korea, Libië, Syrië, Iran. De kranten kopten dus zeer onzorgvuldig tot onjuist. Reflexen over en weer bleven niet uit: Sharon zag er antisemitisme in en sprak dat ook uit. Wie in beelden denkt vind altijd wel een bevestiging. Het is treurig om te moeten vaststellen dat dat onder de joodse en Arabisch-Israelische scholieren niet doorbroken werd, zelfs niet door namen en gezichten aan de beeldvorming toe te voegen.
Het bezoek van onze logees pakte anders uit dan we dachten, omdat niet alleen voor onze gasten een wereld open ging. “Thank you for inviting us in a country without war” zei er één. Vooral voor onze eigen kinderen gingen ogen open. Ze verbinden ‘Israël’ nu met namen en gezichten, die via ICQ bijna dagelijks in woord en beeld over het net heen en weer gaan. Wij praten nu met de zoon van 15 of hij voldoende ´volwassen´ is om de reis Groningen – Tel Aviv v.v. te maken. Hij popelt namelijk.

19 november 2003

Terug naar de homepage