THE MEDIUM IS THE MESSAGE
Begin jaren ‘80 bracht de Haagse Post een themanummer over het ‘concubinaat
tussen pers en politiek’. Een verkenning van het grensvlak waarop
de al dan niet vermeende onafhankelijkheid van beiden zich vermengt. De
verhouding is ook nauw verweven: persmuskieten willen zich niet verlagen
tot spreekbuis van politici, maar hebben hen nodig in de jacht op primeurs,
waarmee zij zich van hun collegae onderscheiden. Politici houden journalisten
maar al te graag als vriend: ze kunnen niet zonder bekendheid en dienen
zich dus een weg naar de media te banen.
25 jaar geleden verkeerden beide in het pre-commerciële tijdperk.
De intrede van commerciële pers, maar ook lokale rtv-zenders als
aanvulling op de (lokale) kranten, brachten pers en politiek nog dichter
op elkaar. Helemaal naarmate politici het meer van hun uiterlijk of schreeuwerigheid
moeten hebben, en in plaats van ideeën vooral soundbytes
en statements produceren. Dergelijk korte termijn-werk vindt met
name zijn weg via radio en tv. Kranten lenen zich daar minder voor.
Helaas weerspiegelt de verschraling in politieke ideeën dan ook het
krantenaanbod. In het memorabele boek ‘De krant bekeken’ (1988),
uitgegeven ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van het Nieuwsblad
van het Noorden, zet Bart Tammeling de maar liefst acht zelfstandige dagbladuitgevers
die Groningen en Drenthe in 1946 hadden af, tegen de twee van dat moment.
Een aantal dat anno nu is gehalveerd…
Ik heb Tammelings’ vakmanschap en toegewijdheid aan het krantenmetier
van nabij meegemaakt en leren waarderen. Hij zag de krant niet teloor
gaan maar richtte zich tevens op nieuwe mogelijkheden. Nog geen 15 jaar
geleden mocht ik als wethouder mediazaken – wat sloeg op de portefeuille
gemeentelijk energiebedrijf die de lokale kabel beheerde, en dus zenders
doorgaf (echt iets uit de vorige eeuw….), op zijn verzoek de officiële
openingshandeling verrichten bij de start van de kabelkrant. Over de vergoeding
voor doorgifte daarvan heb ik werkelijk onderhandelingen zitten voeren
met hem en zijn uitgever…!
In het genoemde boek schreef hij al dat de bundeling van kranten
“ook een gevolg is van de ontwikkeling van nieuwe media, waarmee
nieuwe vormen van informatieverschaffing (..) hun intrede hebben gedaan.
(..) Zoals de opkomst van de tv gevolgen heeft gehad voor het functioneren
van kranten, (..) zo zullen de kabelkrant, abonnee-televisie, een verdere
commercialisering van het omroepbestel enz. ook hun gevolgen krijgen.”
Toen nog volstrekt niet aan de orde, maar een bevestiging van Tammelings’
gedachtegang is het internet. Het bijzondere daarvan is dat het niet zozeer
de krant als wel rtv-media beconcurreert. Nu bestuurders massaal een eigen
website met interactief-dagboek inrichten, bieden zij kiezers de mogelijkheid
om zich rechtstreeks te oriënteren op hun denkbeelden en daar ook
nog wat van te vinden.
Neem het voorbeeld dat me vorige week overkwam: ik besloot af te zien
van een commentaar via de radiomicrofoon, en motiveerde die handelwijze
inclusief mijn mening in de nieuwsrubriek op deze site. De radio moest
volstaan met de mededeling dat ondergetekende ‘niet bereikbaar was
voor commentaar’. Tot op heden was dat altijd een mogelijkheid om
de betreffende politicus te kijk te zetten of eigen luiheid te maskeren.
Of erger: om te manipuleren. Het internetdagboek ondergraaft die machtspositie:
ik kon iedereen laten weten waarom ik er niet op in ging. Dit biedt ook
de krant naar mijn mening nieuw perspectief. Die kan de volgende dag het
gebeurde op een rijtje zetten met aanvullend commentaar.
Bijzonder was dat meerdere collega-bestuurders op dezelfde dag het onderwerp
oppikten via hun sites om hun instemming te betuigen. Dit etaleert een
zelfbewustzijn dat het concubinaat tussen pers en politiek in een verrassend
andere verhouding kan doen verkeren.
Er komt nog ‘es een tijd waarin de kiezer een politicus zonder website
niet eens meer vertrouwt!
2 augustus 2005
|