GEEN KUNST
Vorig jaar vertoonde de stad-Groninger
theater- en muziekgids een omslagfoto van een vooroverbuigende, naakte
persoon. Het bovenlichaam weggeretoucheerd, keek je betrokkene zo in zijn
poepgat, waarop enkele muzieknoten gedrukt waren. Met als enscenering
een theaterzaal waren alle muzen gevangen in een artistiek geheel: de
vlag dekte de lading. Nou staat een dergelijk vrijgevochten type artisticiteit
slechts model voor een beperkt deel van het theater- en muziekprogramma,
maar à la, over smaak valt slechts beperkt te twisten.
Toch ondernam de lokale fractie van de Christenunie een poging. Aangezien
het hier immers een ambtelijk product betreft, waarmee het publiek ook
in het straatbeeld werd geconfronteerd in de vorm van billboards, stelde
de partij dat de overheid de (publieke) grenzen van de goede smaak overschreed.
De reacties waren voorspelbaar: de uitgave van de theatergids is onderdeel
van gedecentraliseerde ambtelijke uitvoeringstaken en daar moeten volksvertegenwoordigers
zich niet mee bezig willen houden.
Echter, aangezien ambtenaren
zelf geen publieke verantwoordingsplicht dragen, is niemand verantwoordelijk:
onsmakelijkheid daalt autonoom als artistieke vrijheid op ons neer.
Een ambtelijke voorganger deed ook zoiets: die liet op de openbare weg
pornografische foto’s plaatsen van een plassende vrouw, die –
het blijft een kunst – precies in de mond van een man mikte.
Hier knaagt toch iets. Kijk, een artiest die kan leven van onsmakelijkheid,
daar kan ik een zekere bewondering voor opbrengen. Maar wat te denken
van ambtenaren als een schouwburgdirecteur, die vanuit de veiligheid van
CAO-periodiekjes en ontslagbescherming zijn artistieke
gang meent te kunnen gaan?
Zou het toeval zijn dat het theateraanbod voor het seizoen 2004 / 2005
thans wordt aangeprezen met een omslagfoto van een schaapachtig opblikkend
schaap?
Sinds kort zijn ook andere verklaringen mogelijk. De schouwburgdirecteur
heeft een vergaande verbouwing illegaal laten uitvoeren: vergunningen
zijn niet aangevraagd; niemand – laat staan de vakwethouder –
heeft bezwaar kunnen maken.
Voormalig museumdirecteur Frans Haks zei bij de oplevering van het Groninger
Museum in een interview dat het langdurig uitstel van de bouw, gebeurde
“ter ere van de vele ingediende bezwaren”.
Dit type redeneertrant is wellicht niet zozeer dédain voor regels
waaraan gewone stervelingen onderworpen zijn, alswel een uiting van ‘groots
en meeslepend te willen leven’. Gesubsidieerd weliswaar, maar toch.
In deze optiek staat de nieuwe schaapachtigheid voor onschuld.
Mogelijk staat het schaap symbool
voor ‘witte voetjes’ willen halen. Bij B&W bijvoorbeeld,
in de hoop dat het college zijn kant kiest in de permanente ruzie van
de schouwburgdirecteur met zijn kompaan van de geprivatiseerde Martiniplaza,
voorheen Martinihal. Daar haalt de illegale verbouw dan een wel heel forse
streep door.
Normaal collegiaal overleg binnen de ambtelijke top zou voor de directeur
– en zijn wethouder – profijtelijker zijn geweest: dan had
lering getrokken kunnen worden uit ervaringen opgedaan op het doornige
pad van Hal naar Plaza. De eerste schrede daarop ging ook gepaard met
een vergeten bouwaanvraag. Destijds voor de realisatie van zoiets aards
als een fitness-ruimte……
Mocht het justitieel onderzoek naar de illegale verbouwing opzet aantonen,
welnu, dan is de nieuwe schaapachtigheid ongetwijfeld op voorhand een
heenwijzing naar vermoorde onschuld. En daarvoor biedt de CAO geen ontslaggrond.
11 augustus 2004
|