KROKODILLENTRANEN OM DE OZB

Mijn collega-wethouders Ruimtelijke Ordening waren PvdA'ers. Zij hadden altijd een wat ambivalente houding tegenover nieuwlichterij als het referendum. Dat mocht dan progressief zijn (eigenlijk links-liberaal), maar om nou de volkswil los te laten op de bebouwde omgeving… De dreiging van Anton Pieck -architectuur was het schrikbeeld dat met een rechtstreeks beroep op de vox populi bewaarheid zou kunnen worden. Al die kekke Italiaanse architecten zouden in Gruno's veste geen voet aan de grond krijgen. Een beperkt beroep op het regenteske, maar niet minder progressieve ideaal van de verheffing van het volk bleef dan als argument voor handen, om R.O.-thema's onreferendabel te verklaren.
Een sterk argument in mijn visie; sociaal-democratisch eigenlijk.

Uiteindelijk ging het mis. Het referendum kwam er. Alhoewel, aanvankelijk ging het goed. Voor de alternatieve bouw van het stadhuis kwamen er in 1991 vier ontwerpen, waarover het publiek ook zijn mening mocht geven. Wat haalden we opgelucht adem in onze achterkamertjes, toen bleek dat het volk in meerderheid de keuze had gemaakt voor het enige ontwerp dat een -onder ons gezegd en gezwegen- haalbare financiële analyse had opgeleverd.
Toen in 2000 de noordwand van de Grote Markt moest wijken voor nieuwbouw en een ondergrondse parkeergarage, riep het volk heel hard " boe ". Het enige ontwerp bezweek onder het populistische motto ‘Geen gat in de Grote Markt', dat werd uitgevent op affiches met daarop een omvallende Martinitoren… Suggestiever kon niet, maar het werkte. Zowel ontwerp als vele, vele guldens en arbeidsuren geraakten op de mestvaalt der historie.
In een artikel in het Nieuwsblad van het Noorden deed ik de suggestie, om de keuze voor dergelijke majeure ingrepen samen te laten vallen met reguliere verkiezingen. Kiezers kunnen dan hun stem uitbrengen op die partij die hun mening over een dergelijke ingreep en bijbehorende ontwerp het beste verwoord. Indien de voorstanders de meerderheid verwerven stellen de kiezers daarmee tevens het toekomstige college van B&W samen. Tegenstanders vormen de oppositie, en hebben ook daadwerkelijk wat te opponeren.

Vorige week kwam er een advies af voor een herbestemming van de oostwand van de Grote Markt. L'histoire se repète… Het huidige college, dat aantrad na de verkiezingen van 2002, bestaat uit 4 partijen, die in hun verkiezingsprogramma's niet waren te betrappen op ook maar een woord over een ingreep in de oostwand. Laat staan te financieren met een verhoging van de lokale lasten, namelijk 9% OZB-stijging. Dat was wel waartoe ze na de verkiezingen besloten.
Welk één onbarmhartig lot treft nu deze potentaten: de regering ontneemt gemeenten het recht om OZB te mogen heffen…..! ! ! Zomaar. Hoor eens hoe één van de bentgenoten die het collegeprogramma van 2002 sloten daartegen fulmineert: “ Steeds vaker denk ik dat het rijk de gemeenten ziet als een loket van Den Haag in plaats van als een zelfstandige bestuurslaag die een gelijkwaardige partner is in gesprek. Je zou verwachten dat juist een premier die verkozen is op betrokkenheid en betrouwbaarheid en bovendien zelf afkomstig is uit de gemeentepolitiek ( sic! ) zich een betrouwbare partner zou willen tonen voor gemeenten. (..) Waar gemeenten bij uitstek het dichtst bij burgers opereren, wordt de slagkracht van de lokale politiek juist steeds minder. Je hoeft je dan ook niet te verbazen over een lage opkomst bij de verkiezingen .”

Ik verbaas mij nergens meer over.

7 april 2004

 

Terug naar de homepage