MIDWEEKSE TERUGBLIK OP Twente Thuis : HERACLES

Als we bij Wierden de A35 op draaien licht de duisternis in de verte blauw op. Hulpdiensten. Een noodgeval kan het niet zijn omdat ze geen snelheid maken. Ter hoogte van Hengelo vangen we het complete beeld: een stuk of vier, vijf motoragenten omringen bussen. De uitsupporters van vanavond. Van ver hoeven ze niet te komen. Sterker, het zijn allen Tukkers. ’t Is toch wat dat we de buren zo moeten onthalen. Is dat nodig?
Vanaf de oprit bij de Grolsch zien we de colonne als schaduwen het viaduct naar de Westerval oversteken. Van voren en achteren omgeven door politiebusjes en de als bijen rondzwermende motoren. Dat was in onze jonge jaren anders. Mij staat voor ogen hoe de spelersbus van Feijenoord het Diekmanterrein opdraaide. Voorzichtig manoeuvrerend door drommen mensen. Ik keek er naar op, tiener die ik was, en ving de blik van Henk Wery. Daar was tijd voor; gedrang ontbrak. Evenals oproerpolitie. Damals, in 1972.
Maar toen speelden we nooit tegen Heracles. Dus weten we niet hoe (on)veilig dat geweest zou zijn.
Vanavond word ik vergezeld door Huib Boersma, predikant van onze kerk en ook oud-Enschedeër. Een man dus die een match tegen Heracles op waarde weet te schatten. De heenweg vullen we met jeugdherinneringen, zoals voetballen bij Achilles. Huib viel ooit vanuit de A-junioren in bij het eerste. Aanleiding was een blessure van Jan Oost, een aangetrouwde neef van mij, die als dienstplichtige in het landelijke militaire elftal speelde. Tijdens die invalbeurt, uit bij PSV-Almelo (ook al!) scoorde Huib. “Jeugdspeler wijst Achilles de weg” kopte Tubantia ’s maandag’s. Je moet hem zien als hij het vertelt.
Destijds kenden wij elkaar niet: Huib is ouder en ik kon niet voetballen. Nadat hij een meisje trouwde uit Almelo (de constante factor vanavond!) kwam hij niet zoals ik rechtstreeks in Noord-Nederland terecht. Hun weg uit Twente liep via Nieuw-Guinea. Daar gaven ze gestalte aan hun ideaal om in de missie te werken. De vriendenkring van Achilles bezorgde hen er nog eens een lading spullen, waaronder het karakteristieke rood-gele tenue. Genoeg voor een heel elftal.

We naderen het stadion via het Twekkelerveld met vertrouwde namen als de Olieslagweg. Huib liep hier in zijn bijbaan van postbesteller. Vanaf ‘de Sahara’ wandelen we door gebied dat we nog als weiland kennen. Thans het Business en Science Park. Als de Grolsch Veste zich badend in licht voor ons oog ontvouwt voelen we trots. De verdienste van Joop Munsterman. Daarover zijn we het eens. Tegelijk delen we zorg over de nieuwste ontwikkelingen. Dreigt Joop de club niet al te zeer van hem afhankelijk te maken? En wat moet dat met die Doyen-groep? We gaan toch Vitesse niet achterna?
Vanaf mijn stoelen in vak 320 zien we Twente spelen zoals dat het hele seizoen al het geval is: met te weinig overtuiging. Bij de eerste twee doelpunten juichen we hartstochtelijk maar verder nöstern we wat af. Al helemaal als we met 10 man tegen ook nog een doelpunt om de oren krijgen. De penalty maakt dat niet echt meer goed. Op de terugweg bepaalt het tot ver na Vroomshoop de stemming. Huib begint over Rijvers en Kohn. Dat waren persoonlijkheden. Dat had ‘ie vaak genoeg kunnen constateren als hij leergierig rondhing bij het trainingsveld, onderweg van school naar hun huis aan de Getfertsingel. Ook daar was Twente niet ver want de club-penningmeester was hun buurman. Epi Drost kwam er geregeld aan de deur… wedstrijdpremies ophalen.
Als we even stil vallen zie ik onszelf zitten. Dik in de vijftig; net Statler en Waldorf op het balkon van de Muppetshow. Dan zet Huib het 4e couplet van het Twents volkslied in.. en voert ons het lot ook uit Twente soms weg, wij blijven het immer gedenken…

15 januari 2014

Terug naar de homepage