HOFNAR IN DIENST VAN KONING VOETBAL

Onlangs ging ‘het wereldje’ voor mij open. Hoewel ik op de groene mat zelf geen reputatie heb opgebouwd, werd ik voorzitter van een amateurvoetbalclub. Aangezien mijn beide zonen er met plezier spelen, ben ik ingegaan op de vraag om toe te treden.
Wij bestaan 85 jaar en spelen met heren 1 en dames 1 op het hoogste amateurniveau. Voor de dames is dat meteen de nok van de voetbaltempel, reden dat we ook drie heuse oranje-internationals hebben! In een G-team met mindervaliden en de overige senioren- en jeugdelftallen spelen wekelijks 550 leden competitie in de zaal of op gras. Contributie, kantineomzet en sponsoring moeten een omvangrijk balanstotaal in evenwicht houden met alle uitgaven. Daar sta je van te kijken. En we betalen onze selectiespelers niet eens. Voetbalschoenen, kleding, een handvol consumptiebonnen en een winstpremie van enkele tientjes kan men bij ons scoren. Sinds we dit seizoen promoveerden naar de hoofdklasse en daarin aan de staart bungelen, neemt her en der de roep toe om dit principe los te laten. Om amateur-kampioen te worden moet je namelijk schokken: 100 euro of meer per wedstrijd, plus winstpremie; voor individuele uitblinkers bovendien iets in de trant van een leasebak. Met een slof en een ouwe voetbalschoen oftewel clubliefde alleen lukt dat niet meer.
Onlangs ging Zwart Wit´28 aan die last ten onder: vele tonnen schuld; kinderen hadden van de ene op de andere dag geen club meer.
Om kampioen te worden moet je dus spelers halen of zelf opleiden. Dat laatste kreeg de afgelopen week nog meer gewicht: de verkoop van Arjen Robben aan Chelsea blijkt niet alleen voor PSV, maar ook voor FC Groningen de nodige pecunia in het laatje te brengen, omdat hij daar als jeugdspeler werd opgeleid. Nou heeft Arjens´ vader vroeger bij ons gespeeld. Gekscherend dacht ik, jammer dat die verhuisd is, anders had hij zijn zoon vast ook bij ons laten spelen en hadden we mooie publiciteit kunnen maken. Wie schetst mijn verbazing toen bleek dat een amateurclub waar zo’n jong vanaf zijn twaalfde eventueel gespeeld heeft zelfs ook nog geld kan vangen. In het geval Robben zou dat de v.v. Bedum 40.000 euro op hebben kunnen leveren, ware het niet dat de kleine Arjen destijds 11 was en dit geval niet aan de voorwaarden lijkt te voldoen.

Spontane visioenen van business seats op ons clubgebouwtje en de clubnaam in gietijzeren krulletters op het toegangshek doemden op ……………. In tweede instantie bezien is het natuurlijk helemaal niks. Het zet de gekte nog verder aan; clubs zouden talentvolle jeugd nog vroeger bij elkaar weg kunnen gaan kapen. Vorig jaar nog zijn we een 16-jarige speler kwijtgeraakt aan een club die hem rechtstreeks belde en een overstap aanbood zonder contributieverplichting. Hij heeft er drie weken niet van kunnen slapen, kwam niet aan huiswerk toe voordat hij zijn kameraden inruilde voor het onbekende. Stel dat zo´n kind niet aan de verwachtingen kan voldoen? Wordt ´ie dan ook opgevangen? En kan ´ie terug naar zijn oude club zonder gezichtsverlies?
Met Arjen Robben ging jeugdspeler Jordi Hoogstrate naar PSV. Hij kan de druk niet aan en lijkt psychisch uit het lood geslagen. Kinderen met het gewicht van miljoenen op hun schouder.


10 maart 2004

Terug naar de homepage