DE  VICIEUZE  CIRKEL VAN  HET CDA

Het vertrek van Femke Halsema leidde menige polemiek in. Leden van haar partij klimmen vrijuit in de pen om bij te dragen aan het debat over linkse samenwerking; buitenstaanders doen volop mee en beoordelen de betekenis van de gewezen partijleidster. Wat opvalt is dat de geruisloze wijze waarop de opvolging plaats had daarin niet of nauwelijks aan bod komt. Terwijl de gang van zaken weinig democratisch oogt. Als een leiderswissel à la de jaren ’50. De interne voorbereiding en het plotse vertrek zouden – in gangbaar ‘radicaal’ jargon als achterkamertjespolitiek en kiezersbedrog gekenmerkt kunnen worden. Het CDA zou er jaloers op kunnen zijn.
Die partij slaagt er maar niet in een ordentelijke wisseling van de wacht vorm te geven. De wissel Lubbers-Brinkman, het wegpesten van Enneus Heerma, de machtsstrijd De Hoop Scheffer-Van Rij. Ervaringen waarvan niet geleerd is. Integendeel, de opvolging van Jan Peter Balkenende is formeel alweer maanden open. Feitelijk zit men daarmee in de maag. De slepende vacature van partijvoorzitter complementeert het beeld van een zwalkend schip.
Trekt Groen Links die lering wel met de plotse wissel Halsema-Sap? Het blijft niet iets om jaloers op te worden.

Dat ligt anders met het open debat dat vanuit Groen Links na Halsema’s vertrek opklinkt. In meerdere toonaarden is vastgesteld dat debat, voor een politieke partij toch levensvoorwaarde, binnen het CDA een open zenuw raakt. Het rapport ‘Verder na de klap’ dat het meest recente verkiezingsdebacle evalueert benoemt het onomwonden. Tot een levendig debat heeft dat nog niet geleid. Het is zeer de vraag of het CDA daartoe überhaupt in staat is. Met politieke leiders als minister in een coalitiekabinet roept een partij dat over zichzelf af. Steun aan maatschappelijk protest tegen regeringsvoorstellen levert immers directe (imago)schade. Dat werkt door in de partij. Rijen sluiten zich naarmate regeringsverantwoordelijkheid vanzelfsprekend wordt. In dit opzicht kunnen we beter te rade bij de jaren ’50, toen politiek leiders vanuit hun fracties opereerden.

Spoedige verandering valt niet snel te verwachten nu die moet komen van degenen die het CDA op het niveau hebben gebracht waarop het is aanbeland. De leemlaag rond Balkenende houdt de gevestigde posities in handen. Zelfs de terugkeer als kamerlid van de moreel en politiek verbleekte Jack de Vries blijft boven de markt hangen. Toch is het gebrek aan open debat daarmee onvoldoende verklaard. Mijns inziens is het met de CDA-cultuur verweven. Een voorbeeld bood het congres te Arnhem. Overigens abusievelijk wel benut om aan te tonen dat het met de debatcultuur binnen de partij nu goed zit. Er werd daar niet gedebatteerd. Binnen het tijdsbestek van een minuut konden leden er slechts meningen uitspreken.
Mw. Hannie van Leeuwen verwoordde doorleefde, indrukwekkende argumenten. Direct daarop kreeg Camiel Eurlings de kans op tegengif. Zijn felle, opzwepende toon bracht begeestering. Wie luistert naar wat hij zei houdt daarvoor weinig reden over. Eurlings gaf namelijk geen argumenten. Hij kwam op voor de integriteit van hemzelf en Maxime Verhagen. “Jij bent een echte CDA’er.” Verhagen deed hetzelfde toen hij, half huilend herinnerde aan zijn grootvader die al actief was voor de partij (welke?) en zijn eigen, meer dan 30 jaar omspannende lidmaatschap. Integriteit die echter door niemand ter discussie werd gesteld. Die deed helemaal niet ter zake! De vraag of het door Verhagen onderhandelde coalitieakkoord deugt, en niet te vergeten de wijze waarop hij dat bereikt had, worden door Eurlings en hemzelf verwart met de vraag of zij als persoon deugen. Kritiek op de inhoud van het akkoord wordt verstaan als kritiek op de persoon die het akkoord sloot.
Het CDA staat voor een majeure cultuuromslag. Wie kan daaraan geloofwaardig invulling geven? Vooralsnog overbrugt men de onzekerheid met Maxime Verhagen als informeel politiek leider. Het zal niet verbazen als intern vurig wordt gewacht op beëindiging door Camiel Eurlings van zijn zelfgekozen wachtkamerperiode. Dat zal de wedijver met de Limburger Wilders ongetwijfeld gunstig beïnvloeden. Voor het voortbestaan van het CDA na ‘de klap’ is het niet toereikend.

31 december 2010

Terug naar de homepage