DE VRIJE BURGER EN TOEZICHT;
een tegenstelling belicht
Aan de borreltafel en onder politici ter linkerzijde verwijst men met
het grootste gemak naar “de bonussen”, als alternatieve zoekruimte
voor de bezuinigings-voorstellen uit de Troonrede. De bankiers die, in
de woorden van - destijds nog geen commissaris in het bedrijfsleven –
Wim Kok ‘exhibitionistische zelfverrijking’ blijven voortzetten,
dìe zouden ze moeten pakken! Die bankiers
hebben immers de crisis uitgelokt en staan inmiddels onder verscherpt
toezicht. Naast de recent aanvaarde internationale bankregels, van de
Nederlandse ‘Autoriteit Financiële Markten’.
De kritiek van ‘de borreltafel’ heeft iets moreels. In de
trant van dat de zelfverrijkende bankiers een slag mensen is, dat zich
van het goedwillende deel der mensheid heeft afgescheiden. Namelijk van
degenen die zulk gedrag nooit zouden vertonen, omdat men daar weet hoe
het wel hoort.
Wim Kok belichaamt dat de crisis een laagje dieper ligt. Graaigedrag is
niet voorbehouden aan enkelen. Als het er op aan komt moeten wij allen
‘in toom gehouden worden’.
Onlangs werd me dat aanschouwelijk duidelijk via het kruispunt bij ons
voor de deur. Dat is voorzien van verkeerslichten, destijds gedaan om
een voorrangsstrook voor het ov te realiseren. Toen men die lichten onlangs
opnieuw inregelde, waren ze gedurende meerdere dagen geheel uit. Desondanks
reguleerden de verkeers- stromen zich zelf volledig. Geen enkel probleem.
Op vele ogenblikken was er zelfs in het geheel geen verkeer te bekennen.
De conclusie die aan dit ‘collaterale’ experiment verbonden
kon worden is dat met uitzondering van de spitstijden, de verkeerslichten
overbodig zijn. Ondanks het feit dat de technici dit ook waar konden nemen,
eindigde hun arbeid met een nieuw licht-regiem. Gevolg: er staan zelfs
‘s nachts auto’s te wachten op en voor het grote niets. Gedurende
de spits ontstaan lange rijen, waarin bussen hun rijtijden staan te vergalopperen;
de brutaalste automobilisten koersen tegen de rijrichting in over de ventwegen;
het milieu wordt getroubleerd door onnodig uitgestoten uitlaatgassen.
Een volstrekt irrationele situatie. Toch kiest de overheid voor het gedwongen
regiem van de verkeerslichten. De burger wordt niet vertrouwd. En omdat
wij zelf de overheid zijn, vertrouwen wij onszelf niet.
In Canada zag ik dat het ook anders kan. Voor elk kruispunt geldt als
regel dat de eerste auto voorrang heeft. Bij gelijktijdig naderen dwingt
dat tot oogcontact gericht op overeenstemming over de vraag wie de eerste
is. Dergelijk gedrag leidt alleen niet tot gevaarlijke situaties als de
verkeersdeelnemers dezelfde waarden delen: men onderwerpt zich aan vrijwillig
aanvaarde zelfregulering.
De vrije Nederlandse burger vertrouwt zichzelf deze vrijheid-in-gebondenheid
(namelijk aan gedeelde waarden) niet toe. Daarvoor zijn wij individualistisch
te vrij, (lees: eigenzinnig) hetgeen toezicht nodig maakt.
Toezicht (via inspecties en autoriteiten) neemt toe, gelijk op met het
toegenomen individualisme. Anders gezegd, met het ontbinden van sociale
verbanden. Ook wordt die toename wel verklaard uit het feit dat we –
althans de meeste Nederlanders – zondebesef als morele correctie
achter ons gelaten hebben. Voor wie de ratio leidend is, ziet daarin een
positieve ontwikkeling.
Met de bijbelse waarden die aan het verdwenen zondebesef ten grondslag
lagen kwam echter geen nieuw gedeeld besef van goed en kwaad. Extern toezicht
moet ons in toom houden. Dat neemt de oorsprong van zelfverrijking of
het nemen van voorrang ten koste van anderen, niet weg. Daarvoor moeten
we een laagje dieper graven, en op zoek naar gedeelde waarden waarop we
elkaar aan (kunnen) spreken. Zonder beticht te worden van betutteling.
Nu is er anonieme betutteling. Door toezichthouders en verkeerslichten.
23 september 2010
|