DE STAAT
DER NEDERLANDERS
Vandaag publiceert dagblad Trouw een interessante analyse van het Nederlandse
clubvoetbal door bondscoach Bert van Marwijk. Aanleiding is de uitschakeling
van alle Nederlandse clubs uit de Europa-league. De laatste coach die
(in 2002) met Feijenoord een Europese titel haalde, ziet “een gebrek
aan weerbaarheid”. Van Marwijk: “Wij hadden persoonlijkheden
in het veld Ze wisten op welke momenten hoe zich te gedragen. Dat missen
we nu in Nederland.”
Hoe treffend de gelijkenis met de wekelijkse column
van Rob de Wijk gisteren. De directeur van het Centrum voor Strategische
Studies haakt in op de treurige figuur die ons land internationaal slaat
met de binnenlands-politieke argumentatie voor de terugtrekking van troepen
uit Uruzgan. Hij verbindt die met de constatering uit een
recent rapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur dat het “onze
politici ontbreekt aan gezag, kennis en geloofwaardigheid.” Het
rapport stelt dat de legitimiteit van ons bestuurlijk stelsel ondermijnt
wordt, doordat “mensen nog steeds vertrouwen hebben in de regering
en de tweede Kamer, maar veel minder in de mensen die deze organen bemensen.”
Aan het eind van PvdA-congressen
wordt – zij het steeds ieler, de internationale gezongen. Daarin
beleden waarden als internationale solidariteit
moeten in de praktijk wedijveren met een veel beperkter denkkader. Zo
liet de PvdA de veranderde omstandigheden die een gewijzigde missie voor
het Nederlandse leger rechtvaardigden, ondersneeuwen door vrees voor het
binnenlandse verwijt te draaien.
Hoe weerbaar is de Partij van de Arbeid? Met haar is deze vraag aan de
orde voor alle partijen die aan het “opereren vanuit beginselen
en waarden” zoals het Rob-rapport bepleit, achteloos voorbij gaan,
dan wel hun beginselen laten verwateren.
Voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur is Jacques Wallage. De
man die voorop ging in het polariseren, als wethouder op basis van een
linkse meerderheid regentesk en op macht bestuurde, en zijn kiezers bedroog
toen hij als net gekozen parlementariër aftaaide om burgemeester
van Groningen te worden, ziet het vanaf de zijlijn opeens heel anders.
Waar bondscoach Van Marwijk bij het Nederlandse clubvoetbal “een
bepaalde argeloosheid proeft, het gevoel lekker te
gaan voetballen”, is Rob-voorzitter Wallage dat stadium voor
het openbaar bestuur al lang voorbij.
Met diens analyse ben ik het helemaal eens: politiek moet (weer) gaan
over waarden, beginselen en uitgangspunten zoals Wallage het bij de aanbieding
van zijn rapport verwoordde. Maar in tegenstelling tot de bondscoach,
kan Wallage zijn pleidooi niet beargumenteren met resultaten uit het verleden.
Ik acht hem ook bepaald geen garantie voor de toekomst.
27 februari 2010
|