HEDENDAAGS CAMPINGLEVEN

1 augustus    Campingleven  (7)

Mijn logje over de laatste zwemmode onder jongens, blijkt vandaag nieuwswaarde te hebben. Zwembaden twisten over de vraag of de Björn Borg-aanhangers de hygiëne mogelijk ondermijnen…. Uit het bericht blijkt tevens dat datgene wat ik gisteren als ‘onderbroek’ aanduidde, een boxershort heet. (de spellingcontrole wijst uit dat dat met één ‘s’ geschreven wordt)
Ziehier, alweer een bevestiging hoezeer die Jugendzeit voor mij verleden tijd is.
Overigens valt mij op hoezeer ook het hedendaags kamperen verschilt van vroeger, in de neiging om met een caravan de thuissituatie zo nah mogelijk te kopiëren. Artistiek opgevat zou het minimalistisch mogen heten, zozeer worden apparaten met stekkers in de schaarse ruimte ingepast. Zelfs tv-kijken is er normaal geworden..?!
In het gemeenschappelijk sanitair komt dat op positieve wijze tot uiting. De toiletten bieden in aantallen gelijkelijk de keuze om de boxershort te laten zakken boven hurk-poepgaten of bebrilde potten; permanent heel schoon en voorzien van toiletpapier.
Dat ervaar ik als buitengewoon. Vooral omdat het de vernederende publieke-gang-met-toiletrol naar de mestvaalt der historie verwijst.

31 juli   Campingleven  (6)

De camping is ook een afspiegeling van de maatschappij, waar het betreft het eeuwige spel van afstoten en aantrekken der sexen. Onder de hogedrukpan die het tijdelijk verblijf is, speelt zich versneld de bekende trits af: ‘loeren en beloerd worden; geveinsd toeval uitlokken dat de eerste toenadering inleidt; het bevrijdende gelijktijdig zwemmen; tot het vormen van een groep, waarbinnen stelletjes kunnen ontstaan zonder het risico uitgelachen te worden’.
Hoewel – een Groninger als de jongste zoon, behoeft toch nog een incubatietijd van een dag of vier voordat hij het samen-zwemmen-stadium bereikt. Kostbare tijd voor het laatste stadium gaat daarmee verloren…. Een prijs die echter betaald moet worden. Goed bedoelde adviezen van ouders die dit proces reeds lang geleden doorliepen ten spijt. Ook de jeugd van tegenwoordig eist instinctief het ‘recht’ op, op de tintelende spanning die gepaard gaat met alles wat men voor-het-eerst doorleeft. Dat is nu net wat ouderen al te zeer achter zich hebben, en hen die sehnsucht ingeeft naar de ‘Jugendzeit’. Alles in het besef dat die ‘schön’ is, doch ‘nicht mehr kommt…., niemals wiederher’.
Aantrekken en afstoten. Elke generatie werpt eigen wapenen in die strijd. De jongens-van-tegenwoordig benutten daarbij zelfs ondergoed: zonder uitzondering laten ze een onderbroek boven de zwembroekrand uit torenen. Björn Borg staat er op.
Wij – ouderen – slaan het hoofdschuddend gade. Wij kunnen daar niet bij.

30 juli    Campingleven (5)

Bevestiging van vooroordelen zou men kunnen ontlenen aan een voorval, omgeven door ophef en lichte consternatie. Jegens Oost-Europeanen in dit geval. Sinds zij in toenemende mate buiten hun landsgrenzen de tourist uit hangen, voeren Turkse vakantieoorden de aanprijzing ‘Russen-vrij’, teneinde Westerse gasten een minimum aan beschaafdheid te garanderen. Ook op onze camping zijn zij te vinden, maar is dat slechts op te maken uit de taal waarvan ze zich bedienen. Voor het overige zijn ze even bloot als alle anderen, en conformeren zij zich aan de ongeschreven regels die het campingbestaan reguleren.
Op zekere avond echter scholen naburige kampeerders samen rond een caravan, waar een mormelig hondje aanhoudend zit te janken. In steenkool-engels gaat een Nederlander er tekeer tegen een bewaker. De strekking is dat hij dreigt met eigen richting als de geluidsoverlast niet aan banden wordt gelegd. Wow, een lynchpartij op de camping? Welke forse overschrijding van (ongeschreven) regels ligt daaraan ten grondslag?
Ik spreek een omstander aan. Voorzichtigheidshalve in het Engels, maar na twee woorden kan ik, met wat een Enschedeër blijkt te zijn vervolgen in Nederlands met Twents accent. Naar verluidt weigert een Pools gezin, ondanks herhaalde waarschuwingen, hun huisdier bij afwezigheid mee te nemen. Onderwijl laat het beestje zich door een vreemde kwispelstaartend kalmeren, alsdan het universele gehalte van het Twentse ‘Zoo baas, zoo hoond’ bevestigend. De bewaker mag het beest in ontvangst nemen, met de waarschuwing dat de omstanders niet in staan voor de veiligheid van de eigenaren in geval van recidive.
Als ik later nogmaals langs de gebrandmerkte caravan loop wordt het hondje intens gekoesterd door de Poolse mama. De volgende dag blijken de barbaren daadwerkelijk verdwenen.

29 juli    Campingleven  (4)

Opééngehoopt samenleven waarin bovendien gangbare schaamtebedekking wordt afgelegd, verloopt natuurlijk mede zonder ook figuurlijke kleerscheuren omdat het een tijdelijke aangelegenheid is. We schikken met z’n allen in omdat we weten dat we straks, in de woorden van Toon Hermans, weer kunnen verzuchten “Eindelijk uit die ròttent!” Toch boeit het grensoverschrijdende aspect naar nationaliteit.

Als we na een dagtocht weerkeren blijkt de tent naast ons te zijn betrokken. De Nederlandse overburen roepen: “Er zitten zes Denen in en ze zijn zeer op zichzelf.” Denen heb ik overwegend leren kennen als beschaafder, in de zin van meer ingetogen ofwel minder vrijpostig en opdringerig dan de gemiddelde Nederlander. Dat ze als nieuwkomer niet even een hand komen geven is een minpuntje, dat ik eerder uit die volksaard verklaar: schichtig zeggen ze goedendag in het voorbijgaan. Men kan dat ook positief zien: het laat ruimte aan ieder om zich vrij te voelen op de eigen paar vierkante meter. Do ut des. Leven en laten leven.
Maar ach, de gemiddelde Nederlander bestaat immers net zo min als dè Nederlandse nationaliteit…!? Met Denen zal dat evenzeer het geval zijn, en voor het overige maken de massieve tatouages op de omvangrijke schouderpartij van de Deense pater familias dat we elke vorm van overlast op voorhand zullen nuanceren….

28 juli   Campingleven  (3)

Mate van naaktheid kan ook – los van weersomstandigheden of vakantie-enscenering – voortkomen uit overtuiging. In voormalig Joegoslavië manifesteert zich dat in restanten van de pragmatische koopmansgeest waardoor Josip Broz Tito zijn variant op het communisme liet voeden: naturistenparken. De grootste van Kroatië, en naar onze indruk van Europa, heeft de toegang langs het hek waartegen wij kamperen. Een slagboom reguleert er aan- en afvoer. De omstandigheden stellen tot enig veldonderzoek in staat. Naakte feiten: naturisme bindt velen, afgaande op zowel het jonge ding dat haar wikkelrok onmiddellijk na betreden van het eigen domein aflegt om met een stralend gezicht haar fietstocht te vervolgen, als de Harley Davidson-(be)rijder die zijn naaktheid soepel met een lendendoekje toedekt bij het naderen van de poort.
Ook duidelijk wordt hoezeer naturisme een blanke aangelegenheid is.

25 jui    Campingleven  (2)

West-Europeanen wedijveren zonder aanzien des persoons in textiel-minimalisatie: iedereen zo bloot en bruin mogelijk. Een zonnig klimaat nivelleert. Althans onder de vakantiegangers. De lokale bevolking in Kroatisch-Istrië gaat geheel onafhankelijk een eigen gang. Hun ondoorgrondelijke blikken verraden het niet, maar naar mijn indruk zien zij dat West-Europese gedrag vooral als verlies van decorum…
Ondertussen verschaft het de beschouwer zicht op de cirkelgang, waarin begin en eindpunt van een mensenleven elkaar ontmoeten. Van de strakke perziken kinderhuid, via het ‘zwemvleugeltjes-stadium’ naar elkaar beloerende tieners, ouders die het redderen om kinderen gestaag terug zien lopen naarmate hun eigen huid verrimpelt, tot nog vitale, maar daadwerkelijk rimpelende opa’s en oma’s.
Kamperen brengt de natuur dichterbij, en het woord van de psalmdichter: "Gelijk het gras is ons kortstondig leven."

24 juli        Campingleven (1)

De maatschappij in het klein, beleeft men in een internationale variant op de camping in het buitenland. Europese (eens)gezindheid lijkt er – in weerwil van klaagzangen door nationalistisch georiënteerde politici en hun fans – vanzelfsprekend. Bijzonder hoezeer ongeschreven regels worden nageleefd, en tot onderling fatsoen en wederkerigheid leiden. Wonen in een tent maakt kwetsbaar: onder zeildoek voelt een mens z’n privacy vooral als een ijl bezit. Toch weerhoudt het ons niet om elkaar nagenoeg naakt (de temperaturen stelden er toe in staat) te verdragen. Zonder aanzien des persoons, deinst jong noch oud terug voor de laatste badmode. In de mate van doorzichtigheid en belijning, nog ijler dan het tentzeil…..
Vanonder de schaduwrijke beschutting die ik zoek, zodra ik de Adriatische zee verlaat, sla ik het met verwondering gade.

Terug naar de homepage