Paul Kurpershoek – een dominee die niet maar zo voorbij kwam

Hoe kenmerkend besteedde Paul Kurpershoek de laatste dag dat hij onder de mensen verkeerde. Zijn energie en gedrevenheid kwamen samen in de ‘fietstocht voor het goede doel’. Temidden van 80 deelnemers bracht hij er sponsorgeld mee bijeen voor Het Pand. Een missionaire post in een Groninger volkswijk onder aanbeveling van de PvdA-wethouder van Ruimtelijke ordening.
Weer thuis repte hij zich na een douche naar de jaarlijkse kunstmarkt in de buurt, waar echtgenote Wilma exposeerde. Opgewekt ontmoette hij daar bekenden, om toch ook snel weer terug te gaan. Hij voelde zich moe. Wilma kende dat niet van hem. Aan wie er naar vroeg antwoordde ze dat hij zich niet lekker voelde. Tegen zijn gewoonte in bleef Paul zelfs niet op om nog naar Studio Sport te kijken. Toch moet hij geweten hebben dat Feijenoord die avond een gewonnen wedstrijd speelde. Een abonnement op een sms-alert attendeerde hem altijd op doelpunten tijdens matches van de Rotterdammers.
Rotterdam was voor Paul Kurpershoek nooit ver. Hij refereerde er in preken aan, ook al stond hij in ‘buitenplaatsen’ als Assen en Groningen. Maar ook uit zijn door-de-weekse ervaringen als radioreporter putte hij zondags vaak. In die functie werkte hij naast het predikantschap voor EO’s nieuwsrubriek Dit is de Dag, waar de problematiek van vluchtelingen zijn bijzondere belangstelling had. Vanaf de randen van Europa, op Lampedusa of de Griekse kust deed Paul verslag te midden van de ontreddering. Een rapportage met een jonge asielzoekster tijdens haar gedwongen terugreis naar Angola sprong er voor hem uit. Wat hij daar zag deed een vloek opwellen. In een preek deelde hij dat, begaan maar vrijmoedig.

Werken in zowel een Groningse kerkgemeente als in Hilversumse studio’s vergt regelmaat en discipline. Paul bracht dat op door een vaste weekindeling aan te houden waarin verder ruimte was voor stilte en gebed, zijn gezin en hardlopen. Halve, en een enkele keer hele marathons (die van Rotterdam in 2007) pasten in die gelijkmatige tred. Maar na te zijn opgeschrikt door een tia beperkte hij de afstanden. Gezondheid werd ook een motief voor regelmaat. Zelf brood bakken hoorde daarbij, vetarm, maar – altijd met mate ook een pilsje of glas wijn.
Van huis uit, in een gezin met negen kinderen was orde en regel hem niet vreemd. Vader Kurpershoek dreef een kruidenierszaak, moeder bestierde het huishouden. Zij zorgde er altijd voor dat iedereen netjes en verzorgd de deur uit ging. Op twee vaste dagen gingen alle kinderen in bad. Op zaterdag boende moeder, op woensdagavond – de enige avond waarop hij voor zeven uur thuis was boende vader. De oudste vijf gingen tegelijk naar bed en sliepen op één kamer in het huis vlakbij De Kuip. Het gereformeerde gezin kwam daar niet, maar Paul volgde het verloop van Feijenoord’s thuiswedstrijden buiten, aan de hand van het gejuich. Zijn hele leven is hij zijn vader dankbaar gebleven voor diens keuze om op Hemelvaartsdag 1970 in plaats van naar de kerk, met zijn zonen richting Coolsingel te gaan. Onder de tweehonderdduizend mensen die daar hun club toejuichten om het winnen van de Europacup, deed Paul Kurpershoek een onuitwisbare indruk op.
De kinderen speelden regelmatig kerkdienstje. Paul was de voorganger en doopte dan de poppen van zijn zusters. Later toen het gezin in Barendrecht kerkte dirigeerde vader Kurpershoek een jeugdkoor dat Paul op drums begeleidde. De kerkelijke verdeeldheid in die periode hinderde hem niet om aan zijn roeping gehoor te geven en in Apeldoorn theologie te gaan studeren. Al tijdens de studie trouwde hij met Wilma. Zij kregen vier dochters en temidden van dit vrouwelijke gezelschap voelde Paul zich op zijn plek. In Groningen arriveerden ze met de drie jongsten. Eén van hen ging er voetballen, met pa uiteraard langs de lijn. Wilma doorliep de kunstacademie. Haar kunstzinnigheid zag je in hun meiden terug. Het vervulde Paul met trots als één van hen op de planken stond om zang of acteertalent te tonen.
Als vader en dominee beleefde hij in juni een bijzondere viering toen hij voorging bij het huwelijk van de oudste. Een hoogtepunt, net als de feestelijke dienst rond zijn 25-jarig predikantschap in bijzijn van ouders en schoonouders. Dat was op 18 september vorig jaar. Paul was eigenwijs genoeg om daar het initiatief voor een symposium aan te koppelen over hedendaags predikantschap. Hij gaf het als titel ‘De dominee gaat voorbij’...
De kerkgemeente bood hem toen een reis naar Berlijn aan, waar hij de City to city-conferentie over stadspastoraat bijwoonde. Hij ontmoette er Jan Waanders, drijvende kracht achter missieproject Het Pand. Het werd de basis voor een innige samenwerking. Het ontbrekende bedrag voor uitbreiding van Het Pand zou op 15 september bijeen gefietst worden. Dat lukte. ’s Avonds was er al 28.000 euro binnen. Voor hij ging slapen mailde Paul “Hallo Jan, beetje bijgekomen? Andere fietsers ook heelhuids binnen? Ik kijk terug op een mooie dag. Het is me meegevallen, ook dankzij de prima organisatie en verzorging”.
De volgende dag zou hij preken. De laatste preek in een serie van vier over de profeet Jona. In plaats van haar voorganger kreeg de gemeente echter een ouderling voor zich. Zij meldde in tranen dat Paul die nacht getroffen was door een hartstilstand, gereanimeerd was en na een operatie in coma werd gehouden. In de drie dagen die daarop volgden omringden Wilma en de kinderen hem met hun veelstemmig lied als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft. Hun Paul werd 55 jaar.

Terug naar de homepage